Het Nederlands Gregoriaans Festival 2023 opent met een dag die in het teken staat van de verdieping. Terwijl middelbare scholieren deze dag nader kennis maken met het gregoriaans in het Laetare!-project, is er voor de volwassenen ruimschootse verdieping in het Symposium.
De titel van het Symposium luidt: Gregoriaans: een tijdloos of tijdgebonden repertoire? Drie sprekers zullen vanuit hun eigen vakgebied licht werpen op deze stelling.
Dr. Rens Tienstra MA MMus: Een muzikaal retabel: de Bossche Johannes-officies
Rens Tienstra is sinds 2021 artistiek leider van het Nederlands Gregoriaans Festival en op vele manieren actief om het gregoriaans te onderzoeken en vooral uit te voeren. Zijn expertise is het gregoriaans van Laaglandse bodem: in 2020 studeerde hij magna cum laude af met een dissertatie over het gregoriaans in Nederlandse manuscripten.
In deze openingslezing schetst Tienstra een beeld van de complexe rijkdom van het gregoriaans in Nederland, in het bijzonder Den Bosch. Hij doet dat aan de hand van de verschillende Johannes-officies die in Den Bosch werden gevierd: een intrigerende mix van internationale import, regionale tradities en lokale makelij. En bovenal: prachtige gezangen.
Docent, onderzoeker en zanger Franco Ackermans (o.a. werkzaam bij de AISCGRe): In het onderzoek naar het gregoriaans zijn de digitale middelen onontbeerlijk geworden: ‘digitaal perkament’ heeft stilaan de plaats ingenomen van kostbare facsimiles. In de lezing vertelt onderzoeker, zanger en docent Franco Ackermans over zijn werk voor AISCGre (opgericht in 1975) en de moderne onderzoeksgereedschappen CANTUS en MMMO. Hoe verhouden die onderzoekingen zich tot elkaar qua doelstellingen, uitwerking en mogelijke tegenstrijdigheden?
Het NGF verheugt zich in de keynote speech van prof. dr. Marco Mostert (Universiteit van Utrecht): Drie momenten in de verschriftelijking van de muziek – tegen de achtergrond van de middeleeuwse verschriftelijking in het algemeen.
Het Gregoriaans is eeuwenlang uitsluitend mondeling overgeleverd geweest (althans, de oudst bekende gregoriaanse handschriften dateren van even voor het midden van de negende eeuw) en mondelinge en schriftelijke overlevering zullen nog lang naast elkaar bestaan hebben. Dat heeft allerlei consequenties voor onze opvattingen over zgn. ‘authentiek’ Gregoriaans, of ‘oorspronkelijke versies’ van Gregoriaanse melodieën. En dat leidt weer tot de algemene vraag: Hoe verhouden ‘mondeling’ en ‘schriftelijk’ zich tot elkaar in de intellectuele cultuur van de (late) Middeleeuwen? Prof. dr. Marco Mostert, hoogleraar Middeleeuwse geschiedenis aan de Universiteit Utrecht, zal hier in zijn keynote speech op ingaan en deze vraag nader toespitsen op muziek.