Skip to main content

1

Urbs beata Jerusalem, dicta pacis visio
que construitur in celis vivis ex lapidibus,
et angelis coornata ut sponsata comite.
Nova veniens e celo, nupciali thalamo
preparata, ut sponsata copuletur Domino.
Platee et muri eius ex auro purissimo.
Porte nitent margaritis aditis patentibus,
et virtute meritorum illuc introducitur
omnis qui pro cristi nomine hic in mundo premitur.
Tunsionibus pressuris expoliti lapides
suisque aptantur locis per manum artificis
disponuntur permansuri sacris edificiis.
Gloria et honor Deo usquequo altissimo
una Patri Filioque inclito Paraclito
cui laus est et potestas per eterna secula. Amen.

Jeruzalem, gelukkige stad, jij die visie van vrede wordt genoemd, je bouwt jezelf in de hemel met levende stenen, je schoonheid wordt versterkt door de engelen zoals die van de bruid door haar processie.
Zij is de nieuwkomer die uit de hemel is gestuurd, voorbereid op de huwelijkskamer, om zich als bruid met de meester te verenigen.
De pleinen en de muren zijn van het zuiverste goud. Zijn wijd openstaande deuren schitteren van parels: door de deugd van zijn verdiensten komt daar elke man binnen die in deze lage wereld wordt onderdrukt vanwege de naam van Christus.
De stenen, gehouwen met dubbele slagen, passen zich op hun plaats aan onder de hand van de ambachtsman, ze zijn gerangschikt om de eeuwigheid van de heilige gebouwen te verzekeren.
Glorie en eer op alle plaatsen aan God de Allerhoogste, samen aan de Vader en de Zoon en aan de illustere Paraclitus aan wie lof en macht voor eeuwig terugkeren.
Amen.

2

Hodie Christus natus est, hodie salvator apparuit .
Hodie in terra canunt angeli, letantur archangeli.
Hodie exultant iusti dicentes : gloria in excelsis Deo, alleluia .
Verset : Benedictus qui venit in nomine Domini : Deus Dominus et illuxit nobis.

Vandaag is Christus geboren, vandaag is de Heiland verschenen,
Vandaag zingen de engelen op aarde, de aartsengelen verheugen zich.
Vandaag jubelen de rechtvaardigen en zeggen: Glorie aan God in de hoogste hemel, alleluia.
Vers: Gezegend is hij die komt in de naam van de Heer, de Heer onze God die voor ons heeft geschenen.

3

Ave stella matutina,
peccatorum medicina,
mundi princeps et regina.
Virgo sola digna dici
contra tela inimici,
clipeum pone salutis
tue titulum virtutis.
Tu es enim virga Iesse
in qua Deus fecit esse
Aaron amigdalum,
mundi tollens scandalum.
Tu es area compluta,
celestis rore imbuta,
sicco tamen vellere.
Tu nos in hoc carcere
solare propicia,
Dei plena gracia.
O sponsa Dei electa,
esto nobis via recta
ad eterna gaudia,
et nos semper aure pia,
dulcis exaudi Maria.

Gegroet, Morgenster,
Toevluchtsoord van zondaars,
Prinses en koningin van de wereld.
Alleen waardig om Maagd genoemd te worden,
Door de eer van uw deugd.
Wees voor ons het schild van redding
Tegen de pijlen van de vijand.
U bent de tak van Jesse
Waaruit God putte
Aarons amandelboom,
tot het grote schandaal van de wereld.
U bent het vruchtbare gebied,
Gedrenkt in hemelse dauw,
Aan het vlies dat droog bleef.
Vol van de genade van God,
Wees voor ons op de rechtvaardige weg
Tot eeuwige vreugde.
Heb altijd een luisterend oor voor ons,
Hoor ons, lieve Vrouwe.

4

Ecce mundi gaudium,
Ecce salus gentium,
Virgo parit filium
Sine violentia
Ave virgo regia, Dei plena gratia.

Natus est de virgine,
Sine viri semine,
Qui mundat a crimine Rex,
qui regit omnia
Ave virgo regia, Dei plena gratia.

Angelus pastoribus,
Natus est in gentibus,
Qui dat pacem omnibus
Sua providentia.
Ave virgo regia, Dei plena gratia.

Hier is de vreugde van de wereld,
Hier is de redding van de volkeren.
Een maagd bevalt zonder smaad.
Gegroet koninklijke maagd, vol van Gods genade.

Hij werd geboren uit een maagd
Zonder mannelijk zaad
Hij die reinigt van de zonde,
De koning die de wereld regeert.
Gegroet koninklijke maagd, vol van Gods genade.

De engel kondigt aan de herders aan:
Hij is geboren voor alle volkeren
Hij die iedereen vrede geeft
Door zijn goddelijke vooruitziende blik.
Gegroet koninklijke maagd, vol van Gods genade.

5

Vite lucina Maria
per quam respirant miseri
cui perhennant munia
laudum devote superi.
Aurora felix previa
sempiterni luciferi
clemens nobis irradia
aspirans ope celeri.

Fac nos mundi ceraunia
spes nostra sic evadere
ne nos hostis malicia
invaleat involvere
via nostra vestigia
tuo salubri sidere
stella maris eximia
cui creditur prospere.

Juva nostrum ingenium
omniciens urania
et a scena gentilium
transfer ad vite studia
fac credamus in filium
tuum fide non dubia
et personarum trivium
in unitatis usya.

Preces ad te clamancium
et votiva suspiria
audi que thronum regium
habes in celi curia
ubi nullum dispendium
set sempiterna gloria
cujus da nobis bravium
vite lucina Maria.

Lang leve het licht van Maria
Waardoor de ellendigen ademen
Tot wie de taken zich uitstrekken
Prijs de toegewijde hierboven.
Een gelukkige dageraad
Eeuwige Lucifer
Genadig op ons schijnen
Streven naar snelle hulp.

Maak ons ​​de was van de wereld
Onze hoop is dus om te ontsnappen
Laat de vijand ons niet kwaad maken
Inpakken
De weg van onze voetstappen
Naar je gezonde ster
Sterre der zee
Waarvan wordt aangenomen dat het succesvol is.

Help ons talent
Alwetende Urania
En van het toneel van de heidenen
Overstap naar wijnbouwstudies
Laat ons in de zoon geloven
Twijfel niet aan je geloof
En de trivia van personen
In de eenheid usya.

Gebeden schreeuwen naar je uit
En votieve zuchten
Hoor dat de koninklijke troon
Je hebt een rechtbank in de hemel
Waar geen kosten zijn
Eeuwige glorie instellen
Die ons moed geven
Lang leve het licht van Maria

6

Kyrie eleyson
Qui passurus advenisti propter nos
Christe eleyson
Qui prophetice prompsisti ; ero mors tua, o mors
Kyrie eleyson
Qui expansis in cruce manibus, traxisti omnia ad te secula
Christe eleyson
Agno miti basia, cui lupus dedit venenosa
Kyrie eleyson
Te qui vinciri voluisti, nosque a mortis vinculis eripuisti
Christe eleyson
Vita in ligno moritur, infernus et mors lugens spoliatur
Kyrie eleyson
Domine miserere
Christe eleyson
Parce famulis
Kyrie eleyson
Christus Dominus
Factus est obediens usque ad mortem
Mortem autem crucis.

Kyrie eleyson
U die gekomen bent om voor ons te lijden
Christe eleyson
U die met een profetische geest zei: “O dood, ik zal je vernietigen”,
Kyrie eleyson
Die, nadat hij je handen op het kruis had uitgestrekt, alle dingen naar je toe trok.
Christe eleyson
Jij, zachtmoedig en goedaardig Lam, aan wie Judas, als een wolf, de kus van een verrader gaf;
Kyrie eleyson
Die zich wilde laten binden om ons te verlossen van de boeien en ketenen van de dood.
Christe eleyson
Het leven dat op hout afloopt, verovert de buit van hel en dood.
Kyrie eleyson
Heer, ontferm U over ons,
Christe eleyson
Vergeef uw dienaren:
Kyrie eleyson
Jezus Christus, onze Heer, was gehoorzaam tot in de dood,
En tot de dood van het Kruis.

7

Alleluia, noli flere Maria,
resurrexit Dominus, alleluia
Ps : Benedicti vos a Domino, qui fecit celum et terram

Alleluia, ween niet, Maria
De heer is opgestaan
Psalm: Wees gezegend door de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft.

8

Hec dies quam fecit Dominus
exultemus et letemur in ea.

Dit is de dag die de Heer heeft gemaakt,
Laten we ons verheugen en ons verheugen in hem.

9

Hec dies leticie
celebris memorie
in qua vita triumphavit
prevalens in acie
mortis impie
cuius torcular calcavit.
Viam vite reparavit
et spem venie
collocans in requie,
rex glorie,
de tenebris miserie
suos surgens vocavit.

Dit is een gelukkige dag
in beroemde herinnering
in welk leven hij zegevierde
heersen in de strijd
goddeloze dood
wiens pers hij vertrad.
Hij repareerde de weg met leven
en hoop te komen
in rust brengen
eer aan de koning
van duisternis en ellende
hij stond op en riep zijn mannen.

10

Alleluia
Verset : Angelus Domini descendit de celo,
et accedens revolvit lapidem,
et sedebat super eum, alleluia.
Verset : Respondens autem angelus,
dixit mulieribus : Quem queritis ?
Ille autem dixerunt : Hiesum Nazarenum , alleluia.

Alleluia
vers; De engel van de Heer daalde uit de hemel neer.
En dichterbij gekomen rolde hij de steen voor het graf weg
waarna hij op het graf ging zitten. Alleluia.
vers: Toen sprak de engel tot
de vrouwen: ‘wie zoekt u’?
Zij antwoordden hem: ‘Jezus van Nazareth’, alleluia

11

Da Marie tympanum,
resurrexit Dominus,
Hebreas ad canticum
cantans provocet,
holocausta carminum
Iacob immolet.

Subvertens Egyptios
resurrexit Dominus,
rubri maris alveos
replens hostibus,
quos involvit obrutos
undis pelagus.

Dicat tympanistria :
resurrexit Dominus,
illa quidem altera
re non nomine,
resurgentem merita
prima cernere.

Cantet carmen dulcius,
resurrexit Dominus,
reliquis fidelibus,
mixta feminis
cum ipsa narrantibus
hoc discipulis.

Geef Maria de trommel
De Heer is verrezen!
De Hebreeën dagen met een lied uit
Tot het zingen van gedichten
Over het brandoffer van Jacob

Verwerp de Egyptenaren
De Heer is verrezen!
De kanalen van de Rode Zee vullen zich met vijanden
Die hij vernietigt in de golven van de zee.

Laat de trommelaar zeggen
De Heer is verrezen!
Zij is inderdaad de andere niet genoemde
Zij is de eerste die ziet
Haar verdiensten zijn buitengewoon.

Zing een zoeter lied
De Heer is verrezen!
Samen met de verteller,
zeiden de verschillende vrouwen
dit aan de overige gelovigen

12

Benedicamus Domino

Zegene ons de Heer

13

O quanta qualia sunt illi Sabbata
que semper celebrat superna curia ;
que fessis requies, que merces fortibus,
cum erit omnia Deus in omnibus.

Vere Ierusalem est illa civitas,
cuius pax iugis est, summa iucunditas,
ubi non prevenit rem desiderium,
nec desiderio minus est premium.

Quis rex, que curia, quale palatium,
que pax, que requies, quod illum gaudium,
huius participes exponant glorie,
si quantum sentiunt, possint exprimere.

Nostrum est interim mentem erigere
et totis patriam votis appetere,
et ad Ierusalem a Babylonia
post longa regredi tandem exsilia.

Illic molestiis finitis omnibus
securi cantica Sion cantabimus,
et iuges gratias de donis gratie
beata referet plebs tibi, Domine.

O, hoe onmetelijk, o, hoe heerlijk zijn deze sabbatten
Die eeuwig worden gevierd door het hemels hof;
Rust voor de zwakken, beloning voor de sterken,
Wanneer God alles in allen zal zijn.

Waarlijk, Jeruzalem is die stad,
Wiens vrede het hoogste genot is,
Waar verlangen de zaak niet verhindert
Ook het verlangen is minder belangrijk

Welk een koning, welk een hof, wat voor paleis
Wat een vrede, wat een rust, wat een vreugde
Laat de deelnemers uiting geven aan deze glorie,
Als ze kunnen uitdrukken hoeveel ze voelen

Ondertussen is het aan ons om de geest te verheffen
En naar het hele land te verlangen
Naar Jeruzalem vanuit Babylon
Na een lange terugkeer uit verbanning.

Daar eindigden alle problemen
We zullen het lied van Sion zingen
en veel dank zeggen voor de genadegaven
Gezegend zal het volk u vereren, o Heer.

14

Propter veritatem et mansuetudinem, et iustitiam :
et deducet te mirabiliter dextera tua.
Verset : Audi filia, et vide, et inclina aurem tuam :
quia concupivit rex speciem tuam.

Vanwege waarheid en zachtmoedigheid en rechtvaardigheid:
en uw rechterhand zal u wonderbaarlijk leiden.
Vers: Hoor, dochter, en zie, en neig uw oor:
De koning werd verliefd op je schoonheid.

15

Virgo viget melius dum peperit
sed nature plenius jus deperit
nasci dei filius dum voluit
coluit quod nobis condoluit
cui cum iubilo corde devoto
benedicamus domino

Castrum pudicicie
numinis triclinium
spes tocius leticie
gracie tenens privilegium
regem glorie tuum filium
fac nobis propicium
ut reis det venie remedium

De maagd floreerde na haar bevalling
Maar de natuurwet verloor haar recht
Toen de zoon van God geboren wilde worden.
Hij wenste dat hij zou lijden voor ons
Aan wie ik mijn hart met vreugde wijdde
Zegen de heer

Citadel van bescheidenheid
Kamer van goddelijkheid
Hoop op alle vreugde,
Wie heeft het voorrecht van genade,
Maak ons ​​gunstig voor de Koning der glorie, uw zoon,
Zodat hij de schuldige de remedie van vergeving geeft.

16

L’autrier joer m’en alai
par un destor.
En un vergier m’en entrai
por quellir flor.
Dame plesant i trovai,
cointe d’atour,
cuer ot gai ;
si chantoit
en grant esmai :
“Amors ai !
Qu’en ferai ?
C’est la fin, la fin,
que que nus die, j’amerai.”

De andere dag ging ik weg
Via een afgelegen pad.
Ik ging een boomgaard in om bloemen te plukken.
Ik vond daar een aardige dame,
En met een gracieus figuur,
Ze had een opgewekt hart;
Dus zong ze met grote opwinding:
“Liefde houdt me vast! Wat kan ik doen?
Voor eeuwig en altijd,
Wat ze ook zeggen, ik zou het graag willen.”

17

Quant revient et fuelle et flor
contre la seison d’esté,
Deus, adonc me sovient d’amors,
qui toz jors m’a cortois et doz esté.
Moult aim ses secors,
car sa volenté
m’alege de mes dolors ;
moult me vient bien et henors
d’estre a son gré.

Wanneer blad en bloem terugkeren
Nu de zomer nadert,
God, ik herinner me toen met liefde
Die altijd aardig en lief voor me was.
Ik waardeer zijn hulp,
Want zijn goedheid verlost mij van mijn kwellingen;
Ik zie mezelf gevuld met goed en eer,
Helemaal van hem te zijn.

18

Plus belle que flor
est, ce m’est avis,
cele a qui m’ator.
Tant com soie, vis,
n’avra de m’amor
joie ne delis
autre mes la flor
qu’est de paradis :
Mere est au Signour,
qui si voz, amis,
et nos a retor
veut avoir tot dis.

Mooier dan een bloem is,
Geloof ik,
Degene tot wie ik me wend.
Zo lang als ik leef
Zal niemand minder dan die bloem
Vreugde noch plezier hebben van mijn liefde
Diegene is in het paradijs:
Zij is de moeder van de Heer,
Zij wil jullie, vrienden,
En wil ons altijd tot leven brengen.

19

Beata viscera
Marie virginis
cuius ad ubera
rex magni nominis,
veste sub altera
vim celans numinis
ditavit federa
Dei et hominis.
O mira novitas
et novum gaudium
matris integritas
post puerperium.

Populus gentium
sedens in tenebris
surgit ad gaudium
partus tam celebris.
Iudea tedium
fovet in latebris
cor gerens conscium
delicti funebris.
O mira novitas …

Gezegend is de schoot van de Maagd Maria
Aan wie de zorg was toevertrouwd om de koning van grote naam te voeden.
Verborgen onder een andere sluier zijn goddelijke kracht,
Hij bezegelde het verbond tussen God en mensen.
O wonderbaarlijke nieuwheid en nieuwe vreugde,
De moeder blijft integer na de bevalling.

De heidenen van alle naties zitten in duisternis
En stijgen tot vreugde bij zo’n illustere geboorte.
In de schaduw voedt Judea zich met haar lethargie
En draagt ​​in zijn hart het gewicht van de fatale fout.
O wonderbaarlijke nieuwheid en nieuwe vreugde,
De moeder blijft integer na de bevalling.

20

Vide prophetie finem adimplete, fugit umbra die,
Quia lux prophete progenies est Marie.
Ad exitum huius mete tendunt omnes vie.
Prodit silice fons, mel cortice mistice. Vellus madet rore.
Signum est insigne, rubus rubet igne, virens in rubore.
Virga vernat flore, Virgo novo more parit cum pudore.
Solem sydere procedere, fulgere vide,
sydus singulare tuum salutare,
stelle signo fulgide, quod radiat hoc mare.
Arride, confide, stelle preside,
viam previde, quam provide magi providerunt.
Ante puerum, sydus syderum, trinum unicum,
trinum misticum, munerum numerum obtulerunt.
Vide mundi figulum, brevi claudi vasculo, stabulo parvulo,
Deum iuxta brutum angulo, sacculo regem involutum
restitutum pater parvulum ceso gaudet vitulo,
cum osculo dat anulum.
Luto sputum, sputo lutum et unitum et linitum,
ceci sanat oculum, statum datum post grabatum,
post triduum vivere mortuum viderunt.

Hier komt de vervulling van de profetie: de schaduw vlucht voor de dag:
Want het profetische licht is het nageslacht van Maria.
Naar dit doel, naar dit eindpunt leiden alle paden.
De bron ontspringt uit de rots, de honing komt uit de mystieke schors, het vlies is doordrenkt met dauw;
Een opmerkelijk teken, de struik bloost van vuur en bloeit in deze roodheid.
De lentestengel bloeit: de maagd, het ongelooflijke, baart, zij die kuis is.
Zie de zon uit de ster komen, zie de uitstraling van de unieke ster,
Uw redding, die op deze zee schijnt onder het schitterende teken van een ster.
Beantwoord hem met je glimlach, je zelfvertrouwen; onder leiding van de ster,
Kijk voor je uit op het pad dat de Wijzen wijselijk hebben geraden.
Voor het kind, ster der sterren, drie in één,
Ze legden drie geschenken neer, een mystieke figuur.
Zie de pottenbakker van de wereld opgesloten in een kleine vaas, een nederige stal,
God bij de ezel in de hoek, koning gekleed in een vod;
De vader verheugde zich dat zijn kleintje aan hem werd teruggegeven nadat het lam was geofferd;
Hij kust haar en geeft haar de ring.
Het mengt spuug en modder, modder en spuug,
Maakt een zalf waarmee hij het oog van blinden geneest.
De dode man stond op uit zijn bed ​​en leefde na drie dagen.

21

Ymnum nove leticie
dulci productum cantico
noster depromat hodie
chorus sancto Dominico.

Vergente mundi vespere
novum sydus exoritur
et clausis culpe carcere
preco salutis mittitur.

Doctrinam evangelicam
spargens per orbis cardinem
pestam fugat hereticam
novum producens Ordinem.

Hic est fons ille modicus
crescens in flumen maximum
qui mundo iam mirificus
potum largitur optimum.

Trino Deo et simplici
laus, honor, virtus, gloria
qui nos prece Dominici
ducat ad celi gaudia.
Amen

Een nieuwe Hymne
Een zoet product van ons koor
lanceren we vandaag
ter ere van de heilige Dominicus

In de schemering van de wereld
Verschijnt er een nieuwe ster;
Aan hen die opgesloten zitten in de gevangenis van de zonde
Deze Heraut van verzoening wordt gestuurd om te bidden voor redding.

De leer van het evangelie,
Verspreidt hij het tot het einde van de wereld,
Hij verjaagt de plaag van de ketterij
Door een nieuwe orde op te richten.

Hier is de kleine bron
Die een immense rivier wordt
En verspreidt zich nu over de wereld
Het beste drankje wordt gegeven.

Drie-enige en eenvoudige God
Lof, eer, deugd, glorie
Door het gebed van Dominicus
Die ons leidt naar de vreugden van de hemel.
Amen

22

Adest dies leticie
quo beatus Dominicus
aulam celestis curie
civis intrat magnificus
Ps Dominus regit me et nichil mihi deerit
in loco pascue ibi me collocavit

De dag van vreugde is gekomen
Waarop de zalige Dominicus
In het hof van de hemelse vergadering
Binnentrad als een magnifieke burger
Ps De Heer regeert over mij en het ontbreekt mij aan niets.
Daar plaatste Hij mij in een weiland.

23

Cum sit omnis caro fenum
et post fenum fiat cenum
homo quid extolleris ?
Cerne quid es et quid eris,
modo flos es, sed verteris
in favillam cineris.
Terram teris, terram geris
et in terram reverteris,
qui de terra sumeris.

Omdat al het vlees hooi is
En na het hooi wordt de maaltijd modder.
Mens, waar maak je je druk om?
Zie wat je bent en wat je zult zijn.
Vandaag ben je een bloem, maar je zult veranderen
In asstof.
U betreedt de aarde, u beheert de aarde,
En je bent teruggekeerd naar de aarde,
Jij die van de aarde wordt weggenomen.

24

O spem miram quam dedisti
mortis hora te flentibus
dum post mortem promisisti
te profuturum fratribus.
Imple Pater quod dixisti
nos tuis iuvans precibus.

O de wonderbaarlijke hoop, die u gaf
Aan hen die weenden op het uur van uw de dood.
Omdat U hen beloofde na uw dood
Hulp te bieden aan uw broeders.
Vervul, Vader, wat u hebt gezegd,
Help ons met uw gebeden.

25

Custodi nos, Domine
Sub alarum tegmine
Custodi nos omnes huius seculi
Per terminos, ut pupillam oculi
Custodi nos

Bewaar ons, Heer,
In de schaduw van uw vleugels.
Bescherm ons tegen deze eeuw
tot het einde, zoals de pupil van het oog.
Bescherm ons.